De Slag van Lekkerbeetje

Sebastiaan Vranx: Het gevecht van de Breauté en Lekkerbeetje, ca 1620

Eenzaam stond hij er, midden op de lege Vughterheide, bovenop een duinheuveltje om maar zoveel mogelijk wind te vangen in deze bomenarme biotoop. De Molen Aen Die Heyde, hij maalde het Brabantse koren voor de poorters van Den Bosch, op een paar kilometer afstand. En hij deed dat vermoedelijk al in betrekkelijke rust sinds 1340. Een standerdmolen, basaal uitgevoerd met een open voet.  Maar nu, op 5 februari 1600 was hij getuige van een bizar tafereel. Zo bizar, dat het verschillende kunstenaars heeft geïnspireerd om er een schilderij van te maken: de Slag van Lekkerbeetje.  In museum Prinsenhof te Delft hangt er een schilderij van, gemaakt door Peter Snayers; in het Muiderslot ook, van een onbekend artiest. Vooral de Antwerpse schilder Sebastiaan Vranx (1573-1647) maakte er meerdere prachtige schilderijen van, te bewonderen onder andere in Vught, Keulen, Antwerpen en Wroclaw. (Dus als u nog eens in Wroclaw bent en niet weet wat te doen, dan is dit wellicht een nuttige tip…) En op ieder schilderij staat, prominent op zijn belt, de Molen Aen Die Heyde als toeschouwer.

Pieter Meulener (1600-1654) Schermutselingen

Wat was er aan de hand: het begon ten tijde van de 80-jarige oorlog met de  flamboyante jonge edelman Gerard van Houwelingen uit Geertruidenberg, bijgenaamd Leckerbeetje, wat zoveel betekent als ‘levensgenieter’, of ook wel ‘opschepper’. Hij maakte zich met zijn gedrag impopulair in het Staatse leger van prins Maurits, vooral toen hij bijdroeg aan de overgave – of eigenlijk de verkoop – van zijn stad aan de Spanjaarden. Hij liep vervolgens over naar het Spaanse kamp dat was gelegerd in Den Bosch. Er volgde een briefwisseling tussen hem en één van zijn voormalige collega’s uit het Staatse leger  Pierre de Breauté. Een briefwisseling die maandenland voortduurde, en die geheel is bewaard gebleven. Hij geeft een mooi beeld van hoe wederzijdse beschuldigingen en krenkingen van de eer de twee jongemannen er uiteindelijk toe bracht elkaar uit te dagen tot een gevecht. Zij besluiten om ieder met eenentwintig man, geharnast te paard, elkaar te ontmoeten bij de Molen aan die Heyde. Heel Den Bosch wist er inmiddels van en honderden Bosschenaren liepen uit om het schouwspel te zien. Het werd een echte veldslag, waarbij Leckerbeetje als eerste werd neergesabeld, je ziet hem liggen in de voorgrond op het schilderij. Met hem vonden zo’n twaalf anderen ook de dood. Uiteindelijk viel de Bréauté in handen van het toegestroomde Bossche volk, en ook voor hem liep het fataal af.

De gebeurtenis wordt wel gezien als de afsluiting van het middeleeuwse riddertijdperk, waarbij edellieden omwille van de eer elkaar groepsgewijs met zwaarden de kop afhakten. Daarna deden ze het alleen nog in de vorm van één op één duels. Wellicht was de hitte van het gevecht zo groot dat ook Molen Aen Die Heyde het niet overleefd heeft: bekend is dat de molen omstreeks 1600 verdwenen is.

Bronnen: Database van Verdwenen Molens; het Brabants Historisch Informatie Centrum; het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.